2 Samuel 7:23

SVEn wie is, gelijk Uw volk, gelijk Israël, een enig volk op aarde, hetwelk God is heengegaan Zich tot een volk te verlossen, en om Zich een Naam te zetten, en om voor ulieden deze grote en verschrikkelijke dingen te doen aan Uw land, voor het aangezicht Uws volks, dat Gij U uit Egypte verlost hebt, de heidenen en hun goden [verdrijvende].
WLCוּמִ֤י כְעַמְּךָ֙ כְּיִשְׂרָאֵ֔ל גֹּ֥וי אֶחָ֖ד בָּאָ֑רֶץ אֲשֶׁ֣ר הָלְכֽוּ־אֱ֠לֹהִים לִפְדֹּֽות־לֹ֨ו לְעָ֜ם וְלָשׂ֧וּם לֹ֣ו שֵׁ֗ם וְלַעֲשֹׂ֨ות לָכֶ֜ם הַגְּדוּלָּ֤ה וְנֹֽרָאֹות֙ לְאַרְצֶ֔ךָ מִפְּנֵ֣י עַמְּךָ֗ אֲשֶׁ֨ר פָּדִ֤יתָ לְּךָ֙ מִמִּצְרַ֔יִם גֹּויִ֖ם וֵאלֹהָֽיו׃
Trans.ûmî ḵə‘amməḵā kəyiśərā’ēl gwōy ’eḥāḏ bā’āreṣ ’ăšer hāləḵû-’ĕlōhîm lifədwōṯ-lwō lə‘ām wəlāśûm lwō šēm wəla‘ăśwōṯ lāḵem hagəḏûllâ wənōrā’wōṯ lə’arəṣeḵā mipənê ‘amməḵā ’ăšer pāḏîṯā lləḵā mimmiṣərayim gwōyim wē’lōhāyw:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Drieëenheid, Egypte, Heiden, Heidenen, Pluralis intensivus, pluralis majestatis
Deuteronomium 4:7, Deuteronomium 33:29, 2 Kronieken 17:21, Psalm 147:20

Aantekeningen

En wie is, gelijk Uw volk, gelijk Israël, een enig volk op aarde, hetwelk God is heengegaan Zich tot een volk te verlossen, en om Zich een Naam te zetten, en om voor ulieden deze grote en verschrikkelijke dingen te doen aan Uw land, voor het aangezicht Uws volks, dat Gij U uit Egypte verlost hebt, de heidenen en hun goden [verdrijvende].


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וּ

En

מִ֤י

wie is

כְ

gelijk

עַמְּךָ֙

Uw volk

כְּ

gelijk

יִשְׂרָאֵ֔ל

Israël

גּ֥וֹי

volk

אֶחָ֖ד

een enig

בָּ

op

אָ֑רֶץ

aarde

אֲשֶׁ֣ר

hetwelk

הָלְכֽוּ

is heengegaan
qal mv. 3p.

אֱ֠לֹהִים

God
mnl. mv.

לִ

te

פְדּֽוֹת־

verlossen

ל֨

-

וֹ

-

לְ

-

עָ֜ם

Zich tot een volk

וְ

-

לָ

-

שׂ֧וּם

te zetten

ל֣

-

וֹ

en

שֵׁ֗ם

om Zich een Naam

וְ

en

לַ

om

עֲשׂ֨וֹת

dingen te doen

לָ

voor

כֶ֜ם

-

הַ

-

גְּדוּלָּ֤ה

ulieden deze grote

וְ

en

נֹֽרָאוֹת֙

verschrikkelijke

לְ

aan

אַרְצֶ֔ךָ

Uw land

מִ

voor

פְּנֵ֣י

het aangezicht

עַמְּךָ֗

Uws volks

אֲשֶׁ֨ר

dat

פָּדִ֤יתָ

verlost hebt

לְּ

-

ךָ֙

-

מִ

-

מִּצְרַ֔יִם

Egypte

גּוֹיִ֖ם

de heidenen

וֵ

en

אלֹהָֽיו

hun goden


En wie is, gelijk Uw volk, gelijk Israël, een enig volk op aarde, hetwelk God is heengegaan Zich tot een volk te verlossen, en om Zich een Naam te zetten, en om voor ulieden deze grote en verschrikkelijke dingen te doen aan Uw land, voor het aangezicht Uws volks, dat Gij U uit Egypte verlost hebt, de heidenen en hun goden [verdrijvende].

________

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!